Tuinbonen zijn een van de eerste gewassen die je al in het vroege voorjaar kunt zaaien. In de vroege zomer kun je ze al oogsten, waarna ze plaats maken voor warmteminnende gewassen. Daarnaast verrijken tuinbonen de bodem: ze laten stikstof achter, waar de opvolgende planten van profiteren.
Helaas krijg je bijna altijd te maken met zwarte bonenluis. Maar door op het juiste moment te zaaien en met de juiste verzorging, kun je de overlast aanzienlijk beperken.
Vroeger had ik veel last van zwarte bonenluis op mijn tuinbonen, maar sinds ik ze op deze manier kweek, heb ik er nauwelijks nog last van. In deze blog deel ik mijn tips om tuinbonen te kweken met zo min mogelijk aantasting door zwarte bonenluis.
Wanneer tuinbonen zaaien?
Om zwarte bonenluis te vermijden, is het belangrijk om vroeg te beginnen met het zaaien van tuinbonen. Tuinbonen kunnen namelijk niet goed tegen warmte en droogte, en juist dat zijn de perfecte omstandigheden voor zwarte bonenluizen.
Je kunt tuinbonen al in november zaaien. Wel moet ik erbij zeggen dat bij strenge winters niet alle planten het overleven. Zaai daarom niet eerder dan november; jonge planten kunnen beter tegen vorst dan wat oudere, meer ontwikkelde planten. Bedek ze eventueel met een vliesdoek voor extra bescherming.
Niet alle tuinbonensoorten zijn even winterhard. De meest winterharde soort is Aguadulce.
Ik zaai tuinbonen meestal begin februari binnenshuis voor. Door binnen te zaaien, kiemen de bonen veel sneller. Gebruik diepe potten, want tuinbonen ontwikkelen een diep wortelgestel.
In deze video geef ik meer tips over het voorzaaien van tuinbonen.
Zodra de tuinbonen allemaal zijn ontkiemd, zet ik ze buiten. Tuinbonen groeien namelijk beter bij koelere temperaturen.
Als de planten ongeveer 10 cm hoog zijn, plant ik ze uit in de volle grond. Houd daarbij een plantafstand van 30 tot 50 cm aan tussen elke plant.
In maart kun je tuinbonen ook direct in de volle grond zaaien. Zaai bij voorkeur niet later dan half maart. Hoe later je zaait, hoe warmer en droger het wordt, en dat vergroot de kans op zwarte bonenluizen.
Standplaats tuinbonen
Kies een zonnige standplaats. Vooral in het voorjaar, wanneer het nog niet zo warm is, kunnen tuinbonen het licht en de warmte goed gebruiken.
Goede combinatieteelt voor tuinbonen
Dille en basilicum helpen tegen de zwarte bonenluis. Zaai in april dille tussen de tuinbonen, of plant vanaf half mei basilicumplantjes in de buurt van de tuinbonen.
Verzorging van tuinbonen
Tuinbonen behoren tot de vlinderbloemigen. Deze planten slaan stikstof op in hun wortels. Je hoeft bij het kweken van tuinbonen dan ook geen extra meststoffen toe te voegen.
Tuinbonen houden wel van water. Geef ze regelmatig water. Bij een tekort zullen luizen sneller op de planten afkomen.
Top de planten rond half mei, of zodra er 4 tot 5 bloemtrossen aan zitten. Zwarte bonenluizen zijn namelijk dol op jonge bladeren. Door de toppen te verwijderen, verklein je de kans op luizen. Ook als je géén last hebt van luizen, is het verstandig om de toppen te verwijderen: zo gaat alle energie naar de groei van de bonen, in plaats van in het hoger worden van de plant.
Om zwarte bonenluis te voorkomen, is het vooral belangrijk om vroeg te zaaien, voldoende water te geven en op een zonnige standplaats te zaaien. Zwarte bonenluizen gaan vooral op gestreste planten af. Volg volgend seizoen dit stappenplan, en je zult zien dat je minder last hebt van zwarte bonenluis.
Vind je het leuk om regelmatig tips en inspiratie te ontvangen over het kweken van groenten ? Volg me op Instagram, Youtube, Tiktok of Facebook. Je kunt me vinden onder de naam @BinnenBuitenBloei.
* Dit artikel bevat affiliate links. Als je via de link iets besteld, verdien ik een klein bedrag. Het kost je geen extra geld, maar hiermee help je mij met de kosten voor het onderhouden van de website. Bedankt daarvoor.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief!
Andere interessante artikelen: