Als je een biologische moestuin wilt beginnen is het toepassen van wisselteelt wat mij betreft onmisbaar. Door het toepassen van wisselteelt komt je bodem meer in evenwicht. Hierdoor behoud je de kwaliteit van je grond op lange termijn. Hierdoor word je minder afhankelijk van meststoffen en hoef je de bodem minder te bewerken. Maar wat houdt wisselteelt in en hoe pas je het toe? Je leest het allemaal in dit artikel.
Wat is wisselteelt?
Wisselteelt houdt in dat dezelfde gewas of gewassen uit dezelfde plantenfamilie niet op dezelfde plek als vorig keer geplant mogen worden. De teelt moet elk seizoen verwisselt of gerouleerd worden. Daarom de naam wisselteelt. Dit wordt ook wel eens vruchtwisseling genoemd.
Tomaten mogen bijvoorbeeld niet op dezelfde plek geteeld worden als vorig jaar. Ze mogen ook niet geteeld worden waar er eerder aardappelen stonden. Aardappelen en tomaten horen namelijk allebei tot de nachtschadefamilie. Plant ook geen broccoli waar er eerder Chinese kool stond. Broccoli en Chinese kool horen tot de kolen (of wel Brassicaceae) familie. Dit geldt alleen voor eenjarigen. Vaste planten laat je gewoon staan.
Waarom moet je wisselteelt toepassen?
Groenten en fruit uit dezelfde plantenfamilie hebben vaak gelijksoortige behoeftes. Als de groenten jarenlang op dezelfde plek geteeld worden, wordt er continue dezelfde mineralen en voedingsstoffen uit de grond onttrokken. Hierdoor raakt de grond uit evenwicht waardoor je planten ook gevoeliger worden voor allerlei ziekten en plagen.
Een ander reden om wisselteelt toe te passen is dat de bestaande ziekten minder de kans krijgen om zich verder te ontwikkelen. Stel je voor je had last van Phytophtora of wel de tomatenplaat. Als je de tomaten eruit haalt, rem je de verdere groei van phytophtora. Maar het zit nog steeds in de grond. Het blijft helaas een aantal jaren in de grond. Als je vervolgens tomaten weer op dezelfde plek gaat planten, voed je weer de schimmel, want die is dol op tomaten.
Daarnaast kunnen bepaalde groenten de grond weer aanvullen met voedingsstoffen, wat weer goed is voor de gewassen die daarna geteeld worden. Peulen maken bijvoorbeeld veel stikstof aan, en kolen hebben graag veel stikstof. Daarom wordt in de wisselteelt peulen vaak opgevolgd door kolen.
Hoe pas je wisselteelt toe?
Bij wisselteelt deel je de moestuin en je groenten in een aantal groepen. Het idee is dat je op dezelfde plek groenten uit dezelfde groep NIET meerdere seizoenen achterelkaar mag telen. Er zijn verschillende manieren van groeperen. De ene verdeelt zijn moestuin in drie gedeeltes en de ander in zes of meer. Ik hou er niet van als het te ingewikkeld wordt, dus ik hou het bij vijf. Ik denk dat vijf een groot gedeelte van de lading dekt.
De vijf groepen zijn samengesteld op basis van hun behoeftes. Ze komen vaak overeen met de plantenfamilie, maar niet altijd.
1. Aardappelen
2. Peulgewassen: bonen en erwten: sperziebonen, sugarsnaps, doperwten, edamame bonen.
3. Koolgewassen en bladgewassen: broccoli, bloemkool, boerenkool, paksoi. Bladgewassen zijn spinazie, sla, snijbiet.
4. Vruchtgewassen: Tomaten, Peper, aubergine, pompoen, courgette.
5. Wortelgewassen: wortel, ui (ajuinen), bieten, knoflook, sjalotten. Hier hoort aardappelen niet. Een reden hiervoor is dat wortels en uien de groei van aardappelen kunnen verhinderen.
De bovenstaande vijf categorieën zijn op volgorde van opvolging. In de ideaalste situatie heb je vijf gelijke moestuinbedden en wil je van alle vijf groepen even veel van gaan kweken. In bed 1 kweek je aardappelen, in bed 2 kweek je peulgewassen etc. In het bed waar je vorig jaar aardappelen had gekweekt, kweek je nu peulgewassen. Waar je peulgewassen had gekweekt, kweek je nu koolgewassen en bladgewassen. Waar je wortelgewassen had gekweekt, kweek je weer aardappelen. Zo heb je een vijf jaar rotatie. Over het algemeen wordt er een rotatie van minimaal 3 tot 4 jaar geadviseerd. Dit is de gemiddelde tijd die nodig is, om eventuele ziekten of plagen onschadelijk te maken.
Je persoonlijke situatie is waarschijnlijk het verre van de ideaalste situatie. Ik kan je helaas geen kant-en-klare wisselplan geven, want dit hangt echt af van je persoonlijke situatie. Het hangt af van grootte je moestuin, de ligging van de verschillende moestuinbedden en welke groenten je wel of niet wilt gaan kweken.Â
Daarom is het belangrijk dat je de uitgangspunten snapt en waarom een bepaalde groep de andere groep opvolgt, zodat je zelf je eigen plan kunt maken.
- Aardappelen: Aardappelen wortelen best diep. Ze genieten van de weg die de wortelgewassen al voor hun hebben gelegd.
- Peulgewassen: Ze zijn dol op de losgemaakte grond die de aardappelen hebben achtergelaten. Peulgewassen laten veel stikstof achter in de grond.
- Koolgewassen en bladgewassen: Koolgewassen gebruiken graag de stikstof die de peulen achter hebben gelaten. Bladgewassen hebben eigenlijk niet zoveel stikstof nodig, waardoor ze geen concurrentie zijn voor koolgewassen. Bladgewassen veroorzaken over algemeen weinig last in de vorm van ziektes of plagen. Bladgewassen groeien vaak snel, terwijl koolgewassen hun tijd nemen. Je kunt bladgewassen prima tussen de koolgewassen zetten als voor en nateelt. Je zou bladgewassen ook prima bij de andere groepen kunnen zetten.
- Vruchtgewassen: Vruchtgewassen hebben relatief weinig stikstof nodig. Bij te veel stikstof gaan ze te veel bladeren aanmaken i.p.v. fruit. De koolgewassen hebben de stikstof netjes opgeruimd.
- Wortelgewassen: Wortelgewassen hebben nog minder stikstof nodig, anders gaat dit ten koste van de eetbare deel, namelijk de wortel. Dus fijn dat de stikstof opgemaakt is door de koolgewassen en vruchtgewassen. Ze hebben wel veel fosfaat en kalium nodig. Fosfaat is belangrijk voor de ontwikkeling van de wortel en kalium vooral voor de smaak.
Nu dat je de uitgangspunten van wisselteelt kent en weet waarom de ene groep, de andere groep volgt, moet je zelf de moeilijke puzzel oplossen voor jouw persoonlijke situatie.
Nog een aantal opmerkingen waar je nog rekening moet houden:
Volgens bovenstaande rotatie schema zitten de aardappelen over twee jaar in dezelfde bed als de vruchtgewassen zoals tomaten, pepers en aubergines (allemaal uit de nachtschadefamilie). Dit klopt natuurlijk niet helemaal. Aardappelen komen ook uit de nachtschadefamilie. Als je geen vruchtplanten uit de nachtschade familie hebt gepland, is er niets aan de hand en kun je het schema gewoon volgen. Maar als je dit wel hebt gehad, en je wil ook graag aardappelen kweken moet je een ander plannetje trekken.
Een optie is om je aardappelen in een aardappel emmer of zak te kweken. Je kunt ook overwegen om een jaar geen aardappelen te kweken of een jaar geen vruchtgewassen uit de nachtschade familie te kweken.
Het liefst mogen leden uit de nachtschade familie minimaal vier jaar niet terugkeren op dezelfde plek. Dit door de gevreesde phytophtora schimmel.
- Plant geen peulgewassen direct na knoflook, mocht je geen gebruik willen maken van de categorie aardappelen.
- Over het algemeen is een rotatie van 3 tot 4 jaar ideaal. Dit is het gemiddelde aantal jaren om schimmels of ziekten onschadelijk te maken in de grond.
- Hoe langer het duurt om op dezelfde plek terug te komen hoe beter. Een rotatie van vijf jaar is beter dan twee.
- Hoe verder van de oorspronkelijk plek, hoe beter. Maar zelfs bij een kleine moestuin heeft wisselteelt nut. Het is beter om een halve meter op te schuiven, dan helemaal niet.
- Aardbeien zijn vaste planten. Je ziet wel vaak dat ze na 3-4 jaar minder gaan produceren. Als je de planten gaat vervangen, dan is het ook goed om van plek te rouleren.
Als het een keertje niet lukt met de wisselteelt puzzel, dan is het niet erg als je twee jaar achterelkaar dezelfde groenten in hebt staan. Je moet wisselteelt vooral zien als een richtlijn, en probeer om zo veel mogelijk hieraan te houden. Je biologische moestuin zal je dankbaar zijn. Maar je moestuin gaat niet meteen helemaal ter onder als je het een jaar niet toepast.
Alleen met de nachtschadefamilie (tomaten, aardappelen) en met kolen ben ik persoonlijk extra voorzichtiger. De nachtschade familie is gevoelig voor phytophtora en kolen zijn gevoelig voor knolvoet. Als je deze plagen in je grond krijgt, kun je tientallen jaren geen kolen of leden uit de nachtschade familie kweken.
Ezelsbruggetje om de wisselteelt schema te onthouden
Persoonlijk onthoud ik niet altijd welke groep opgevolgd moet worden door een ander. Hiervoor heb ik voor mezelf het ezelsbruggetje APK VW verzonnen. Bij APK VW denk ik aan mijn Volkswagen die naar de APK-keuring moet. In de context van wisselteelt staat APK VW natuurlijk voor:
Aardappelen
Peulgewassen
Kolen
Vruchtgewassen
Wortelgewassen
Hopelijk helpt dit ezelsbruggetje jullie ook.
Een andere belangrijke pijler van een biologische moestuin is composteren. Dit is belangrijk als je de no-dig methode toepast. Bij de no-dig methode probeer je het bodemleven zo min mogelijk te verstoren, waardoor je uiteindelijk een betere bodemkwaliteit gaat krijgen. Je kunt in deze artikel meer lezen over het maken van compost.
Ik hoop dat je genoeg handvatten hebt om een wisselteelt toe te passen. Ik vind het soms ook heel lastig. Mocht je tips hebben, laat het hieronder achter.
Vind je het leuk om regelmatig tips en inspiratie te ontvangen over het kweken van snijbloemen, groenten en kamerplanten? Volg me op socialmedia. Je kunt me vinden onder de naam @BinnenBuitenBloei.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief!
Andere interessante artikelen:
Heel blij met deze website. In onze nieuw ingerichte tuin met moestuin hoek kan ik na de winter nu een goed voorbereide biologische moestuinstart maken. 💚🌿
Wat leuk om te horen. Dank je wel voor je feedback. Heel veel success met je moestuin.